Kijk er maar niet naar mama

Woensdagmiddag, kindertijd. Met frisse tegenzin ga ik samen met mijn zoontje naar een feestje op een kinderboerderij. Normaal gesproken mijd ik plekken waar dieren als attractie gehouden worden als de pest. Ook nu heb ik al snel spijt van mijn aanbod om mee te helpen: drie uur lang mag ik aanschouwen hoe het enorme varken, dat al jaren alleen in een hok zit, getreiterd wordt en kleuters de solitair gehuisveste konijnen en cavia’s trillend van angst uit hun kooitjes hijsen om ze vervolgens hardhandig te ‘knuffelen’. Wanneer ik op zoek moet naar zoekgeraakt kroost, stuit ik op een stuk of wat terraria. De grootste bak meet nog geen vijfde kubieke meter en wordt bewoond door twee slangen. De vogelspin moet het met een ruimte van 30 x 30 x 30 cm doen. Het pronkstuk van de boerderij wordt halverwege de middag opgevoerd: een enorme oehoe aan een touw mag aan een dertigtal schreeuwende kinderen tonen hoe hij níet weg kan vliegen, níet kan jagen, volledig uit zijn ritme is gehaald en zichzelf heeft kaalgeplukt van ellende. De neiging om enorme stampij te maken wordt enkel onderdrukt door de smekende blik van mijn zoontje als hij zegt: “Kijk er maar niet naar mama”.

Beschaafd land

’s Nachts lig ik er wakker van. “De beschaving van een samenleving valt af te meten aan de wijze waarop ze omgaat met dieren”. Deze uitspraak van Ghandi, ondersteund door onze eigen koningin Sophia, galmt door mijn hoofd. Een scène schoppen had geen zier geholpen, evenmin als 114 bellen. Want dit mág gewoon in ons eigen ‘beschaafde’ Nederland en misschien nog wel erger: dit gebeurt zonder dat iemand blikt of bloost. Hoewel ik dolgelukkig en trots ben dat er eindelijk invulling wordt gegeven aan de positieflijst Zoogdieren, bewijst deze kinderboerderij maar weer hoe belangrijk het is dat er houderijvoorschriften komen waarin is opgenomen dat de dieren die op de lijst staan naar hun aard gehouden moeten worden. Én dat het hoog tijd is dat er ook positieflijsten voor vogels, reptielen en andere diergroepen komen. Strenge maatregelen, opgelegd door de overheid, zijn kennelijk nodig om het houden van en omgaan met dieren in goede banen te leiden.

Minister van Dierenwelzijn

Hoe groot is de kans dat die maatregelen er komen? De komende tijd zal uitwijzen welke koers er gevaren gaat worden. De winst voor de ‘duurzame’ partijen stemt optimistisch, tegelijkertijd stevenen we af op een kabinet dat – meer nog dan het vorige – zo min mogelijk overheidsregels voorstaat. Dat betekent dat het dierenwelzijn wederom in handen ligt van een sector die het vermaak van mensen en economische belangen prevaleert boven het dierenwelzijn. Om dat tij te keren, hebben we een brief geschreven naar informateur Schippers en de fractieleiders. Daarin verzoeken we het nieuwe kabinet een minister van Dierenwelzijn in te stellen met als uitgangspunt dat dieren een intrinsieke waarde hebben die beschermd moet worden. Daarvan profiteren niet alleen de miljoenen dieren in de bio-industrie, de laboratoria, de bontfokkerijen en de entertainmentindustrie, ook onze eigen huisdieren zouden er enorm bij gebaat zijn als zij door de wetgever niet meer louter beschouwd worden als een product waarmee winst te behalen valt.

Optimistisch

Zo’n minister van Dierenwelzijn lijkt een utopische gedachte, maar wij zijn optimistisch: in België behaalt minister Weyts van Dierenwelzijn mooie resultaten en de afgelopen jaren is er politiek steeds meer draagvlak ontstaan voor onze standpunten. Bij het opstellen van de Dierenkieswijzer bleek bijvoorbeeld de helft van de geraadpleegde politieke partijen voorstander van een verlaging van de btw op diergeneeskundige handelingen, terwijl we twee jaar geleden nog een roepende in de woestijn waren. Ook uitte zich nu nog slechts één partij, de VVD, tegen een positieflijst voor vogels en reptielen. Bovendien hebben we sinds 15 maart een directe lijn met het parlement. Na tien jaar met hart en ziel gewerkt te hebben aan de doelstellingen van de Sophia-Vereeniging, is onze beleidsmedewerker Frank Wassenberg verkozen tot Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren. We zullen hem enorm gaan missen, tegelijkertijd zijn we apetrots en vol vertrouwen dat zijn kennis en kunde op de juiste plek wordt ingezet voor een maatschappij waarin de aard van de dieren waar we mee leven gerespecteerd wordt.

Steffie van Horck

Steffie van Horck

Directeur