Dierenpolitie

De dierenpolitie kent in Nederland een turbulent bestaan. In 2010 werd in het gedoogakkoord tussen de VVD, het CDA en de PVV afgesproken dat er een speciale afdeling binnen de politie zou worden geïntroduceerd die zich volledig zou gaan richten op het aanpakken van dierenmishandeling. De dierenpolitie zou vijfhonderd medewerkers gaan tellen en zich gaan richten op alle dieren behalve die in de veehouderij. Kritiek kwam er al snel toen bleek dat de dierenpolitie zou worden gefinancierd met budget van de NVWA (kritiekpunt: hierdoor zou er minder toezicht zijn op dierenwelzijn in de veehouderij) en van de ‘gewone’ politie (kritiekpunt: er zou minder tijd beschikbaar zijn voor al het andere politiewerk). Toen het kabinet Rutte I in 2012 viel, werd in het daaropvolgende Lenteakkoord besloten om de dierenpolitie in te krimpen. Nog maar honderdtachtig speciaal opgeleide agenten bleven zich fulltime bezig houden met dierenzaken. Tegenwoordig is er geen sprake meer van een fulltime dierenpolitie. Agenten hebben slechts de mogelijkheid om naast het gewone politiewerk een deel van hun werktijd in te zetten om meldingen bij 144 op te volgen.

konijn doden van dieren
fokteven malafide hondenhandel

NVWA

De NVWA valt onder het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Deze overheidsinstantie bewaakt de gezondheid van dieren en houdt het dierenwelzijn in de gaten. Voor wat betreft de handhaving van het welzijn van gezelschapsdieren, richt de NVWA zich bijna volledig op illegale praktijken van (internationale) hondenfokkers en -handelaren. Het aantal beschikbare uren dat de NVWA heeft voor gezelschapsdieren is ontzettend laag: maar vijftien fulltime medewerkers zijn beschikbaar voor het toezicht op het bedrijfs- en hobbymatig houden, fokken en verhandelen van honden. Ter indicatie: in 2014 waren er ruim duizend bedrijfsmatige houders van honden en katten, waarvan ongeveer vierhonderd fokkers (bron: Feiten en Cijfers Gezelschapsdierensector 2015).

LID

De LID richt zich op alle andere overtredingen in de gezelschapsdierensector: een paard in een modderige wei, een gewonde hond waarvoor geen dierenarts bezocht wordt, een konijn dat continu in een smerig hok zit, problemen in dierenwinkels of -pensions. Vrijwilligers en betaalde inspecteurs gaan af op meldingen die binnenkomen bij meldpunt 144. De (betaalde) districtsinspecteurs van de LID zijn naast toezichthouder ook Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA). Dit houdt in dat zij strafrechtelijke bevoegdheden hebben. Zij kunnen ervoor zorgen dat de dierenwelzijnswetten worden nageleefd, bijvoorbeeld door een dierenartsbezoek of betere huisvesting op te leggen. De vrijwilligers hebben deze bevoegdheden niet. De LID voert ook controles uit bij mensen die eerder de fout in zijn gegaan. De LID is onderdeel van de Dierenbescherming en wordt voor een vast bedrag per jaar (€ 1,6 miljoen) gesubsidieerd door de overheid. Omdat deze overheidssubsidie de kosten van de LID (in 2018 € 2,5 miljoen) lang niet dekt, compenseert de Dierenbescherming het verlies met een gift (bron: Jaarverslag 2018 Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming).

amazone vogel alleen in kooi