Leider
Voor honden die als huisdier worden gehouden, geldt eigenlijk hetzelfde. Bij gebrek aan soortgenoten, bestaat hun roedel uit de leden van het gezin. Om onveilige situaties te voorkomen, moet de hond zijn baas beschouwen als roedelleider. Duidelijkheid en consequentheid zijn daarbij essentieel. Alleen als de baas duidelijk de leider is en dominant is over de hond, kunnen de kinderen van het gezin de afhankelijke rang krijgen. Door de hond worden ze dan gezien als ranghoger. Net als bij de wolvenroedel geldt daarbij wel dat de baas actief aanwezig is.
Afhankelijke rang
Het is belangrijk dat de afhankelijke rang van kinderen niet in het geding komt. Honden en kinderen mogen dus nooit alleen gelaten worden; er moet altijd een dominante volwassene bij zijn. Alleen dan worden de kinderen door de hond als hoger in rang gezien en zal de hond accepteren dat de kinderen voor hemzelf gaan. Positieve associaties helpen daarbij. Als een kind bijvoorbeeld iets te eten krijgt, is het slim om de hond ook iets te geven en het dier niet te negeren. Het kind is dan als eerste aan de beurt en pas daarna komt de hond. Op die manier wordt de afhankelijke rang van het kind versterkt.
Regels
Onduidelijkheid over de rangorde levert frustratie op bij honden. Ouders kunnen dit voorkomen door strikte regels te stellen voor hun kinderen: geen trekspelletjes (waarbij de macht wordt bepaald), niet aan het voer of de speeltjes van de hond komen en de hond niet dwingen om commando’s van een kind op te volgen. Wanneer een kind verkeerd gedrag naar de hond toe vertoont, kan het beter niet gecorrigeerd worden in het bijzijn van het dier. Daarmee wordt de afhankelijke rang van het kind ondermijnd, wat kan leiden tot dominant gedrag en gevaarlijke situaties.